THORBJØRN RISAGER - OSPEL - 05/05/17

Artiest info
website  
 

OSPEL - 05/05/17

recensie

 

Thorbjorn Risager & The Black Tornado.
Een naam die bij kenners van het betere blues- en soulgenre al een tijdje een belletje doet rinkelen. Sinds ze in 2014 een contract tekenden bij Ruf Records zijn de Denen niet alleen in Scandinavië een bekende naam, maar ook de rest van Europa gaat gestaag voor de bijl. De stevige liveshows zijn zeker en vast een van de troeven van de band, maar ook het zangtalent van frontman Thorbjorn Risager is een factor waar rekening mee moet gehouden worden.

De band is momenteel op tournee door Europa, en deed ook het podium van Moulin Blues op vrijdag op gepaste wijze daveren. Enkele uren daarvoor hadden we een gezellige babbel in de hotellobby. Het was een hartelijk weerzien, want al van 2014 geleden dat ik de man nog eens voor de microfoon had gehad. Veel te lang geleden...

Hoe gaat het met jou? Echt? Want de teksten op het nieuwe album zijn niet altijd vrolijk.
Het gaat goed hoor, maar natuurlijk, het leven heeft zijn ups en downs. Maar je hebt een punt: op een bepaald moment las ik mijn teksten, en ik merkte dat er een centraal thema inzat, wat nog het meest naar voren komt in “Change my game”. Het hele album gaat over volwassen worden, en realiseren dat je geen 19 meer bent. De laatste 10 jaar hebben we jaarlijkse wel 100 keer opgetreden, er zat geen goed evenwicht meer tussen mijn privéleven en mijn professioneel leven. Je weet dat ik 2 jonge kinderen heb, dus het was tijd om het echt rustiger aan te doen, en dat betekent: minder optreden, maar ook minder lang wegblijven 's nachts. Het was tijd om volwassen te worden.

Je prioriteiten zijn veranderd?
Dat proces is volop bezig. Mijn kinderen zijn 5 en 8, en nu willen ze hun vader veel zien, dus dan is het aan mij om die inspanning te doen. Natuurlijk kan het best zijn dat ze over 10 jaar er anders over denken, maar nu moet ik het even wat rustiger aan doen. Later kan ik nog altijd terug meer optreden.

Jullie hebben het nieuwe album helemaal zelf geproduced, terwijl jullie vroeger toch altijd een externe producer hadden. Waarom?
We wilden het nu zelf doen, omdat we vonden dat we ondertussen genoeg ervaring hadden. Onze bassist was eigenlijk de 'hoofdproducer', hij heeft zich op het hele opnameproces en het mixen gestort, zodat we konden opnemen in onze repetitieruimte. Op die manier konden we het hele opnameproces ook rekken. In het verleden huurden we gewoon een studio voor 3 weken, en na die 3 weken moest het volledige album af zijn. Nu hebben we onze tijd genomen: we namen iets op, en dan luisterden we er thuis nog eens naar, en achteraf konden we nog vanalles aanpassen als we dat wilden. We zijn zo'n 7 à 8 maand ermee bezig geweest, op die manier konden we verschillende dingen proberen, ook bij het mixen achteraf.

De algemene sound van het album wijkt inderdaad licht af van de vorige albums, er zit meer rock en soul in, maar toch is het nog steeds “Thorbjorn Risager & The Black Tornado”?
We willen een breder en jonger publiek aantrekken, want ons publiek nu wordt er niet jonger op.  Als we dit leven nog 20 jaar willen volhouden, dan moeten we een jonger publiek aantrekken. Een van de manieren om dat te doen, is meer airplay generen. Dus ja, sommige songs klinken misschien iets radiovriendelijker dan ons vroegere werk.

Waarom begint het album dan met “I used to love you”, wat een redelijk bitter liefdeslied is?
Omdat het mijn favoriet lied van het hele album is, ik denk dat het direct de atmosfeer van het album weergeeft. Eerst dachten we om te beginnen met “Dreamland”, maar dat vonden we iets te heftig. 

“Maybe it's allright” staat wat verderop, en is positiever. Gaat het over terugkijken op je carrière tot nu toe?
Niet echt, het is meer een liefdeslied. Maar weet je, ik praat eigenlijk niet zo graag over de persoonlijke betekenis van mijn teksten, ik vind dat iedereen er zijn of haar eigen verhaal moet in zien te vinden.

Je schrijft wel steeds betekenisvolle teksten, heb je ooit geprobeerd om iets geks of onnozels te schrijven?
Nee, als ik schrijf denk ik niet na over wat ik nu precies wil zeggen, het loopt redelijk organisch. Ik ben eigenlijk in de muziek gegaan omdat ik graag zong, niet omdat ik kost wat kost teksten wou schrijven. En ook al is het een traag leerproces geweest, ik vind er meer en meer mijn weg in. Al beschouw ik mezelf nog steeds meer een zanger dan een tekstschrijver.

Zou je ook teksten van iemand anders kunnen zingen?
Ja hoor, maar het grappige is dat ik dat steeds moeilijker vind om te doen, nu ik mijn eigen tekststijl ontwikkeld heb. Wat ook wel goed is, want 15 jaar geleden vond ik mezelf gewoon een zanger, ik zong en interpreteerde andersmans teksten.

Bij ons laatste interview in 2014 hadden jullie net bij RUF Records getekend. Bevalt het nog steeds?
Zeker! Het grote verschil met ons vorig label uit Kopenhagen is natuurlijk dat RUF een enorm groot netwerk heeft, en dat ze ons wereldwijd kunnen promoten en meer aandacht kunnen genereren voor ons, met concerten op plaatsen waar we anders nooit zouden geraakt zijn. Dat is een kans die we anders nooit zouden gekregen hebben.

Is er een concert dat eruit springt?
Twee jaar geleden hebben we in India gespeeld, en daar mocht ik op het podium jammen met Buddy Guy. Best wel spannend, en ik was zenuwachtig, want ik wist niet wat we gingen spelen, of wanneer ik op het podium verwacht werd. En dus stond ik daar maar te wachten aan de zijkant, terwijl ik steeds nerveuzer werd. Maar alles ging uiteindelijk goed, en het is een ervaring die me voor de rest van mijn leven zal bijblijven.

Zijn er nog andere grote plannen? Hoe zit het met Amerika?
Na “Too Many Roads” kregen we veel positieve reacties en airplay in Amerika, maar voorlopig zijn er geen plannen in die richting. We hebben wel geprobeerd om een bookingsagent vast te krijgen, maar ze zijn nogal protectionistisch, dus het was heel moeilijk. Bovendien zou het ook handenvol geld gekost hebben, zonder garantie op succes.
Europa is eigenlijk groot genoeg voor ons. We gaan nu proberen optredens te krijgen in Spanje en Italië, want daar zijn we nog niet gekend. Voor de rest blijven we ons concentreren op Noord Europa, we spelen heel wat in Duitsland en Zweden. Bovendien, als ik het wat rustiger aan wil doen, moet ik niet proberen om de hele wereld te veroveren, ik kan beter dichter bij huis blijven.

Jullie hebben ook een deal met Stetson. Hoe is die tot stand gekomen?
Peter Kehl, onze trompettist, is ook onze manager, en hij heeft dat voor elkaar gekregen. Hoe weet ik niet precies, maar omdat we voordien ook al hoeden droegen op het podium, had niemand er problemen mee, het is zelfs plezant! Hopelijk kunnen we nog wat deals uit de brand slepen, bijvoorbeeld met Mercedes, dat zou handig zijn als we een nieuwe tourbus nodig hebben. Maar Volkswagen mag ook altijd komen aankloppen hoor (lacht).

Laten we eindigen met iets wat op de website staat : “Talent, dedication and perseverance”. Welke van de 3 is volgens jou het belangrijkst?
Dat is een moeilijke, want je hebt ze eigenlijk alledrie nodig om het te maken. Maar misschien is de volharding het belangrijkste, als je echt ver wil geraken in de muziekwereld. Blijven gaan en proberen, dat is de boodschap!

Kathy Van Peteghem

Foto © Manon Houtackers

meer foto's